Tip 1: Bekijk de partituur voordat je begint
Het is heel verleidelijk om meteen te willen beginnen met zingen en te kijken hoe je het ervan af brengt. Maar, de kans is groot dat je toch ergens strandt. Zorg dus dat je eerst de partituur goed bekijkt.
▪ Wat is de maatsoort?
▪ Wat is de toonsoort?
▪ Is het majeur of mineur?
▪ Wat is de snelheid van het stuk?
Dit moet een automatisme voor je zijn om te bekijken.
Daarna scan je de partituur en ga je op zoek naar de moeilijkste stukjes, zodat deze niet als een verassing voor je komen tijdens het zingen. Waar je naar op zoek kunt gaan is bijvoorbeeld:
▪ zijn er maatsoortwisselinhen?
▪ waar zitten de moeilijkste ritmes?
▪ zijn er tempowisselingen?
▪ wat is de hoogste noot en wat is de laagste noot?
Door deze vragen te stellen en de partituur goed te bekijken kom je onderweg geen verassingen tegen en kun je met meer vertrouwen beginnen zingen.
Tip 2: Start de puls voordat je begint met zingen
Tap voordat je begint met zingen eerst de beat/puls. Op deze manier komt je lijf in de goede ‘mindset’ en is de kans groter dat je de ritmes goed zingt. Houd deze puls vast terwijl je de muziek zingt. Dat helpt om koers te houden als het ritme wat moeilijker wordt. Je mag natuurlijk een metronoom gebruiken om je daarbij te helpen en het gevaar van versnellen te vermijden.
Tip 3: Ritme is belangrijker dan melodie
Dit voelt waarschijnlijk tegenstrijdig. Maar bedenk wel dat als je een verkeerde toon zingt (verkeerde melodie), dan zit je in de muzikale tijdlijn nog wel op de goede plaats en kun je gewoon doorzingen. Als je een verkeerd ritme zingt dan ‘lig je eruit’ en is het veel moeilijker om de muziek weer op te pakken.
Als je tijdens het zingen merkt dat je uit de bocht gaat vliegen zijn tekst en toonhoogte dus het eerste wat je laat gaan. Probeer altijd het ritme vast te houden. Zing dan bijvoorbeeld op één toonhoogte verder op la la la. Blijf altijd doorzingen (zie volgende tip) en probeer de toonhoogte weer op te pakken als je de controle terug hebt.
Tip 4: Vergeet je fouten
We willen zo graag onze fouten goedmaken. Dat zijn we aangeleerd. We maken een fout, worden verbeterd (door je zelf of door anderen) en je corrigeert je fout. Maar is dat nou eigenlijk wel een goed idee? Nee, het is namelijk niet altijd nodig om te stoppen. Je onderbreekt namelijk je flow. Opnieuw beginnen en een nieuwe concentratieboog opstarten kost meer energie dan lekker doorzingen en je foutje accepteren. De fout is toch al gemaakt. Het belangrijkste is dat je je foutje hebt herkend.
Probeer dus liever de puls te bewaren en ‘in de flow’ te blijven. Het is een cruciale eigenschap om door foutjes heen te kunnen zingen. Je houdt het ensemble bij, je muzikaliteit wordt hoger ingeschat als je bijvoorbeeld een auditie doet en je luisteraars waarderen de muziek meer dan wanneer je was gestopt.
Tip 5: Kies een comfortabel tempo
Het is ook verleidelijk om meteen op het tempo van het stuk te willen uitvoeren. Maar je ziet de muziek voor het eerst! Doe rustig aan. Het is zoveel belangrijker om de goede ritmes te zingen, de goede tonen met de juiste dynamiek dan de snelheid waarmee je het oefent. Op een lager tempo heb je de rust om de noten goed in je op te nemen en bewust te zijn van wat er staat. Als je te snel zingt heb je die tijd niet en mis je een heleboel belangrijke informatie.
Zing dus langzaam maar zorgvuldig.
Tip 6: Blijf vooruit kijken
Het is essentieel dat je minstens een maat vooruit kijkt terwijl je zingt. Je kijkt dus naar de noten die je nog gaat zingen. Op de manier kun je in je hoofd gaan ‘voorstellen’ hoe die noot moet klinken en ben je voorbereid als je daar aankomt.
Waarschijnlijk doe je dit bij het voorlezen van een boek ook. Je leest met je ogen verder dan je voorleest. Op die manier kun je de manier van voorlezen aanpassen op wat er komt, en matched je tone of voice bij de tekst die je leest. Dat is bij muziek net zo! Kijk vooruit, weet wat er komt en anticipeer.