Wat is de functie van een G-sleutel?

In het voorbeeld hieronder zie je vier noten op de notenbalk. Maar er ontbreekt een sleutel. Daarom is het is onmogelijk te weten welke noten dit zijn. We hebben een sleutel nodig.

Muzieknoten zonder sleutel

Een van de twee meest belangrijke sleutels is de G-sleutel. De sleutel is een teken/symbool dat altijd vooraan de notenbalk staat. Deze geeft, de naam zegt het al, de stamtoon G aan (boven de centrale C).

De 'buik' van de G-sleutel krult om de tweede lijn van de notenbalk heen. Deze lijn is de G-lijn. De eerste noot in het voorbeeld staat genoteerd op deze lijn. Deze noot is dus de G.

Muzieknoten met G-sleutel

De G-sleutel wordt gebruikt door de hogere instrumenten, zoals viool, fluit en hobo. De sopranen en alten gebruiken ook de G-sleutel. De G-sleutel wordt ook wel de vioolsleutel genoemd.

De sleutel wordt ook wel de solsleutel genoemd. Als je gebruikt maakt van het relatieve zangsysteem do-re-mi-fa-so-la-ti-do, is het goed om te weten dat de solsleutel de So aangeeft.

Om de G aan te geven op de notenbalk werd er in oude handschriften de letter G gebruikt. Klinkt logisch, toch? Er zijn een hoop varianten van deze G te vinden. Immers, iedereen heeft een ander handschrift. Uiteindelijk is de G veranderd in de sleutel zoals hij nu is en is de muzieknotatie op deze vorm gebleven.