Is het je wel eens opgevallen dat dansers tot 8 tellen?
Een muzikant zal altijd tot 4 tellen, en daarna weer beginnen op 1. Een danser niet. Die telt tot 4 en telt dan nog even rustig door tot 8.
Als een choreograaf de dans wilt inzetten, roept hij: vijf, zes, zeven, acht!
Wij musici snappen dat niet. Een maat is gewoon vier tellen. Geen acht.
Grappig hoe muziek en dans zonder problemen met elkaar samen gaan, maar de makers van de muziek en dans er een totaal andere 'taal' aan overhouden.
Niet super handig.
Voor de musical Nachtvogels schrijf ik de muziek en werk ik nauw samen met de choreograaf.
Vanochtend werkten we samen aan een stuk van ruim vier minuten. Hij wilde graag wat accenten in de muziek erbij.
Hij leest geen partituur, dus kan geen maatnummers geven. Dus hij zegt: "een accent op tel 7 in het middenstuk, na die swoosh in de armen.
Ik ijverig alle video's van zijn dans bekijken om vervolgens uit te tellen waar in de muziek die accenten zitten.
We hebben veel heen en weer gebeld 😅
Twee niet zoveel verschillende werelden met een andere 'telcultuur.' Geen van beide is goed of fout natuurlijk, maar het past niet op elkaar.
Zo is er in de zangwereld het relatieve zangsysteem: do re mi. Als je een instrument bespeeld is dat lastig omdat je de absolute nootnamen hebt geleerd: C-D-E.
Die twee lijken ook niet op elkaar te passen.
Toch, als je beter kijkt zie je dat het relatieve toonsysteem (do re mi) als van gedaante kan wisselen en op iedere toonsoort geplakt kan worden.
Als instrumentalist is dat verwarrend, als zanger is dat een godsgeschenk. Je hoeft namelijk maar één simpele toonladder te leren.
Deze ladder is daarna toepasbaar op alle muziek.
Wil je een introductie op deze toonladder? Volg dan de gratis proefles.
In deze proefles leer ik je de eerste en belangrijkste tonen van het toonsysteem.
Hier vind je de proefles:
https://zingenvanblad.nl/proefles
Veel plezier!
Muzikale groet,
Jelle Roosen